Ik loop me de hele ochtend al súf te piekeren.
Gisteravond, nét voor ik naar bed ging, schoot me iets te binnen. Iets waarover ik eens een stukje zou willen schrijven. Meestal ren ik dan meteen naar mijn tas, vis er een notitieboekje uit, en maak een paar aantekeningen. Maar gisteravond kwam dat er niet van.
Het had de hele avond katten én honden geregend. Vriendin N. kwam met de auto, maar was evengoed doorweekt. We dronken een kopje thee. Voor het eerst in dágen dronk ik weer wárme thee. Ik had de tuindeuren wagenwijd open. In huis was het nog steeds flink benauwd. Gefascineerd keken we toe hoe het watergordijn achter de tuindeuren af en toe uiteengereten werd door een schelle lichtflits.
Tegen half twaalf stopte de regen. N. vertrok en ik liep in de keuken. Ik was moe, maar nog niet toe aan mijn bed. Je kent dat wel. Ik schonk een gintonic in en ging nog even op het balkon zitten. Na het gebulder van het onweer en de regen was het merkwaardig stil en donker. Een koel briesje waaide langs mijn blote benen. Het was heerlijk daar op dat balkon.
En op dat moment schoot het me te binnen. Dat ene, waarover ik dat stukje zou gaan schrijven. “Morgen,” dacht ik, “morgen is dát het eerste wat ik doe.” Ik ging naar bed, trok de klamboe dicht en las nog een klein stukje in de nieuwe Nicci French. Daarna zakte ik weg in een diepe slaap, zoals altijd wanneer ik tevreden ben over mezelf.
Maar vanochtend was het weg. Gewoon verdwenen. Ergens tijdens de middernachtelijke uren moet het eruit gesijpeld zijn. Misschien via een oor of zo. Dat zou natuurlijk kunnen. Dan zit het nu in mijn kussen. Of misschien heeft een mug het eruit gezogen. Die basterds vliegen nog regelmatig door één van de gaten in de klamboe naar binnen. Paul kwam om half twee thuis. Ik weet nog dat ik met hem heb gepraat. Misschien heb ik het hem toen wel verteld, waarover ik zou schrijven, en was ik het daarmee zélf kwijt. Of ik heb het stukgedroomd. Dat kan natuurlijk ook.
Ik weet het niet. Aan Paul kan het in ieder geval niet vragen; die is boodschappen doen. En zelf ben ik het helemaal kwijt. Het spijt me, het is gewoon weg. Echt weg.
Geen stukje dus vandaag.